
In het zuiden van Nederland gaan 19 melkveehouders in de schil van twintig Natura 2000-gebieden aan de slag met het extensiveren van hun bedrijfsvoering. De komende vier jaar gebruiken zij substantieel minder stikstof per hectare om hun gewassen te telen. Samen gaan ze ervaring opdoen, kennis uitwisselen, van elkaar leren en data verzamelen over hoe zij hun bedrijfsvoering op deze veranderende situatie kunnen aanpassen. Dat hun bedrijven ook voor de toekomst economisch rendabel blijven is het uitgangspunt van deze ontwikkeling. Het gewenste neveneffect is dat deze ontwikkelingen een positieve uitwerking hebben op de bodem, het grond- en oppervlaktewater en de biodiversiteit in de waardevolle overgangsgebieden.
Stichting Duinboeren en Maatschappij heeft voor dit collectief een aanvraag ingediend voor de subsidieregeling ‘Samenwerking in veenweidegebieden en Natura 2000- overgangsgebieden’ onder de naam ‘De Boeren van het Zuiden’ welke op 31 januari jl. is toegekend. Het doel van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is om op korte termijn de uitstoot van stikstof terug te dringen en natuurherstel mogelijk te maken. Deelnemende melkveehouders ontvangen vier jaar lang een vergoeding ter compensatie van de verminderde opbrengsten die ze hebben, doordat ze minder melkkoeien aanhouden en voor de veranderingen die ze in hun bedrijfsvoering doorvoeren.
Het samenwerkingsverband bestaat uit melkveebedrijven die elkaar opgezocht hebben naar aanleiding van een informatiebijeenkomst over de extensiveringsregeling die de Provincie Noord-Brabant op 29 januari 2024 organiseerde. Tijdens de opvolgende bijeenkomsten ontstond een groot solidariteitsgevoel om samen te gaan werken aan een (nog) extensievere bedrijfsvoering en daarmee hun bedrijven aan te passen aan de omgeving waarin hun bedrijven zijn gelegen.
Het is een diverse groep melkveehouders verspreid over Brabant en ook net in Limburg en Gelderland. Hun bedrijven zijn gevestigd op diverse grondsoorten, van klei tot stuifzandgebieden, maar allen grenzend aan Natura 2000-gebieden, met soms nog een extra status van Nationaal Park of Unesco Biosfeer gebied. Verschillende deelnemers hebben al lange tijd een biologische bedrijfsvoering, een aantal overweegt deze omschakeling in de komende jaren te maken en de gangbare bedrijven gaan hun bedrijfsvoering flink extensiveren. Met elkaar willen ze gaan leren op het gebied van bodembeheer, gewas- en rakeuze, teelt van eigen krachtvoer, beweiding en mest aanwenden.
Samen willen deze melkveehouders laten zien dat voedsel produceren hand in hand kan gaan met het beheren en onderhouden van natuur- en landbouwgronden in en nabij Natura 2000-gebieden, waarmee een positieve bijdrage geleverd wordt aan allerlei maatschappelijke opgaven rondom biodiversiteit, water en klimaat.
Een mooie impuls voor de sector!!